28 april 2014

Alblasserwerf

Alblasserwerf

Bijdrage Jan-Willem de Leeuw

Een van de laatste dossiers die door het  vorige  college  nog  werd  afgewerkt,  was  het  bouwen  van  woningen langs de Haven en het Cortgene in de wijk Alblasserwerf. Bij dit dossier was het echt ‘last but not least’. Het is een van de onderwerpen waarbij  we  als  fractie  het  heel  moeilijk vonden om de juiste beslissing te nemen.  Toch  hebben  we  met  dit  voorstel ingestemd na lang beraad en na het  ophalen  van  alle  beschikbare  informatie.

Eind  januari  kwam  wethouder  Veerman met het voorstel om de rand van de Alblasserwerf af te bouwen. Sinds ik in de raad zit (2002) is dat al een aantal keren gebeurd. Telkens bleken de geplande huizen onverkoopbaar: te duur voor dit stukje  grond.  De  recente  crisis  heeft  daarin natuurlijk  ook  niet  meegewerkt.  Telkens moest de beeldkwaliteit van de woningen naar beneden worden bijgesteld.

In de afgelopen jaren is er veel gedoe geweest tussen bewoners en ontwikkelaar. Een aantal keren heeft de gemeente geprobeerd een bemiddelende rol te spelen, maar er is absoluut geen vertrouwen van bewoners dat de ontwikkelaar ook maar enigszins rekening houdt met de wensen van de mensen die al in de wijk wonen.

In deze nieuwe plannen was het college inventief te werk gegaan en werd er een driehoeksovereenkomst  voorgesteld  tussen  de  ontwikkelaar  (Alblasserwerf  CV), Woonkracht10 (woningcorporatie) en de gemeente. Woonkracht10 koopt de woningen van de ontwikkelaar en verhuurt een deel van de huizen in de sociale en een deel van de huizen in de commerciele sector. De gemeente koopt een deel van de openbare ruimte, maar krijgt dat geld uiteindelijk over een termijn van 40 jaren  weer  terug.  Kortom,  een  slimme deal, waar voor iedere partij een win-win situatie werd gecreëerd. Er was alleen één ‘maar’... Om het plan rendabel te maken, werd  wel  de  hele  rij  maximaal volgebouwd.

In  de  eerste  commissievergadering  vonden de fracties de gegeven informatie op met  name  het  stedenbouwkundige  vlak veel  te  summier.  We  vroegen  om  uitgebreidere informatie. Daarnaast hadden de bewoners van de Alblasserwerf een paar dagen  na  de  commissievergadering  pas een informatie avond over dit plan en dat betekende  dat  zij  niet  goed  konden  inspreken op dit onderwerp. Daarom bood de  wethouder  zelf  aan  om  twee  weken later het onderwerp nogmaals in de commissie te behandelen.

Bij de voorbereiding van de tweede commissievergadering  bleek  pas  hoe  zwaar de bebouwingsdruk was. Daarom waren we  in  de  tweede  commissiebehandeling erg  kritisch.  Het  lijkt  een  goede  deal, maar  de  consequenties  voor  de  beeldkwaliteit zijn zo groot, dat we niet wisten of we hier wel voor konden stemmen. We hebben  de  ontwikkelaar  zeer  dringend verzocht om nog eens goed naar het plan te kijken om de verstening wat terug te dringen. Ook de bewoners waren het niet eens met dit plan. Ze hadden een aantal bezwaren, waaronder ook die van teveel woningen. Daarnaast noemden ze onder andere  de  parkeerdruk,  de  kleur  van  de woningen (aanpassen aan de rest van de wijk)  en  de  zogenaamde  mandelige  gebieden. Dat laatste is een lastig punt om uit te leggen. De bewoners hebben ieder een stukje van de openbare ruimte in bezit, terwijl het wel openbare ruimte blijft. Dat is zo geregeld bij de aankoop van de woningen.  Onze  fractie  heeft  dit  laatste punt  steeds  beschouwd  als  een  punt tussen de bewoners en de ontwikkelaar, waar de gemeente zich niet mee hoeft te bemoeien.

De   ontwikkelaar   heeft   zich   na   deze commissievergadering  nog  eens  achter de oren gekrabd en kwam met een vernieuwd  plan.  Hij  wilde  drie  woningen aan het Cortgene schrappen en daardoor meer  parkeerplaatsen  realiseren.  Daarnaast wilde hij de kleur van de woningen aanpassen. Begin maart kwam de raadsvergadering. Tot op het laatste moment twijfelde onze fractie  nog  over  deze  plannen.  Het  probleem was niet de ?nanciële deal en het feit  dat  er  huurhuizen  werden  gerealiseerd. Het probleem zat hem er in dat in dit  beeldbepalende  stukje  Alblasserdam een aantal huizen werd gebouwd dat bijna geen tuin had en dat de huizen op een bepaald  gedeelte  nog  steeds  heel  dicht op elkaar stonden. Ook vonden wij dat, hoewel de ontwikkelaar duidelijk zijn best had gedaan om het plan aan te passen, dit  vanuit  de  ontwikkelaar  zelf  was  gebeurd en dat hierover geen overleg was gepleegd met de bewoners. Iets wat we als  gemeente  altijd  wel  gewend  zijn  te doen.  Dat  laatste  stak  de  bewoners  zelf ook, zoals duidelijk werd uit hun bijdrage. De vraag voor onze fractie was: uit welke van de twee moeten we kiezen:

1.  Dit  plan  goedkeuren  en  daarbij  accepteren dat de beeldkwaliteit van dit stukje Alblasserdam niet zo is als we eigenlijk  zouden  willen  (hoewel  de ontwikkelaar  natuurlijk  wel  het  een en ander aan het plan had aangepast)

2.  Dit plan verwerpen en daarbij accepteren dat dit stuk voor de komende jaren braak blijft liggen en  het ?etspad niet  verder  kan  worden  afgemaakt, wetende  dat  door  de  rente  het  elk jaar  duurder  wordt  om  hier  iets  te realiseren.  Dus  toekomstige  plannen zullen, ook bij een aantrekkende woningmarkt, waarschijnlijk slechter uitpakken dan dit plan.

Daarbij hebben wij het college een en andermaal gevraagd of dit echt het uiterste is wat de ontwikkelaar kon doen. Nadat hierop  bevestigend  werd  beantwoord, konden we dat gegeven alleen maar voor waar aannemen. Toen dit scherp voor ons op tafel lag, hebben we toch besloten om dit plan goed te keuren. Niet omdat het zo’n prachtig plan is, maar omdat dit volgens ons het best haalbare is voor nu en in de toekomst.

We beseffen hierbij dat vooral de bewoners teleurgesteld  zijn  in  ons  besluit.  Zij hadden  uiteindelijk  liever  een  onafgebouwde wijk gehad dan dit plan. Het verschil van inschatting zat vooral in het feit dat  volgens  het  college  (waarop  wij  ons moeten baseren) er geen ?nanciële ruimte  meer  zat  bij  de  ontwikkelaar  om  een plan met nog minder woningen te realiseren en volgens de bewoners wel.

We  hopen  dat  de  verhouding  tussen  de ontwikkelaar  en  de  bewoners  wat  beter wordt, zodat ze gezamenlijk, gegeven dit besluit, verder kunnen om de plannen te ontwikkelen  en  de  mandeligheid  af  te wikkelen. Woonkracht10 heeft al gezegd dat  zodra  zij  de  woningen  gekocht  hebben,  zij  prijs  stellen  op  periodiek  overleg met  de  bewoners  om  eventuele  zorgen weg te nemen of eventuele problemen samen op te lossen. Wij juichen dat overleg van harte toe!

 

Jan-Willem de Leeuw