30 juni 2015

Algemene beschouwingen 2015

ALGEMENE BESCHOUWINGEN SGP FRACTIE 2015

 

Voorzitter, 

 

Het college heeft het afgelopen jaar veel initiatieven genomen. Daar waren hele belangrijke bij. Maar voor onze fractie was het meest waarde(n)volle initiatief de heisessie die het college hield, met als input het boek van twee christelijke filosofen: Prediker voor managers.

U begrijpt dat als een college hierover spreekt, de fractievoorzitter van de SGP niet achterblijft.

 

In het Bijbelboek Prediker worden grote levenslessen gegeven vanuit het eeuwigheidsperspectief. Wat is nu echt belangrijk op deze wereld: is dat ons zwoegen en werken? Kan een rijke meer betekenen dan een arme? Is het de wijsheid die verschil maakt? 

Als er één ding duidelijk is, is dat de Prediker radicaal afrekent met de maakbaarheid van de samenleving. Dit idee vanuit het einde van de vorige eeuw wordt in theorie steeds meer losgelaten, maar in de praktijk werken we nog steeds veel met streefwaarden, doelstellingenen meetbare resultaten. 

 

Mag dit niet? Is het formuleren van doelen geen goede poging om vooruitgang te boeken? Natuurlijk wel. Maar er zijn wel beperkingen aan:

• Ten eerste moeten we niet de illusie hebben dat wij alles beheersen. Juist niet! Naar onze belijdenis geloven wij dat de Heere God alles in Zijn Hand houdt en dat Hij het beste weet hoe hij ons persoonlijk leven en onze gemeente het beste kan regeren. God beheerst alles, ook al lijkt ons kleine mensenverstand dat lang niet altijd te bevatten. Wij zijn een instrument in de handen van God om Zijn Wil te mogen uitvoeren in de verantwoordelijkheid die Hij ons geeft. Dat geeft aan de ene kant een groot verantwoordelijkheidsbesef en aan de andere kant een stevigrelativeringsvermogen over ons eigen kunnen en kennen.
• Ten tweede zijn lang niet alle dingen meetbaar of worden in de meetbare punten meegenomen. We kunnen het financieel goed op orde hebben (per definitie is geld goed meetbaar), maar vergeten dat eigenschappen in de samenleving als naar elkaar omzien, barmhartigheid, vergevingsgezindheid, maar ook rechtvaardigheid minstens net zo belangrijk zijn voor een samenleving.

 

Neem nu het voorbeeld van de drie decentralisaties. Daarbij gaat het om de kwetsbaren in de samenleving. Het is belangrijk om de budgetten in de gaten te houden en de meest efficiëntezorg te regelen. Maar dat is niet het hele verhaal. Al deze kwetsbare mensen hebben hun verhaal. Is er nog tijd om naar dat verhaal te luisteren? De cliënten als mensen te zien en niet als nummers? Ik twijfel absoluut niet aan de goede intenties van dit college of de betreffende wethouder. Maar zou de wethouder hierop willen reflecteren?

 

Dat brengt ons bij een ander punt: Willem Kloos (een van de Tachtigers) heeft gedicht: Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten, en zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon. Hiermee verwoordt hij wat in ieder mens leeft. Wij willen het liefst zelf de dingen regelen en niet onder een grotere Macht staan. Het  heeft onzes inziens ook wel wat weg van het ‘ikke zelf doen’ van een peuter. Maar hoe verhoudt de steeds individualistischere maatschappij zich tot de participatiesamenleving? Hoewel ik het een verschrikkelijk woord vind, is de inhoud van dat laatste voluit Bijbels: omzien naar elkaar, zelfs naar je vijanden! Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat ook wij beïnvloed zijn door het individualistische denken. Het is echter wel onze stellige overtuiging dat de participatiesamenleving er niet zomaar komt. Daarvoor is een diepere verandering  nodig dan gemeentelijk of landelijk beleid. De vraag is of dit werkelijk van de grond zal komen als niet ook de maatschappij zelf socialer wordt. Feitelijk vraagt een echte participatiemaatschappij dat niet het ‘ik’ op de voorgrond staat’ maar ‘de ander, onze naaste’. Dat is nogal wat!

 

Er zit bijvoorbeeld een grote discrepantie tussen het arbeidsbeleid (bevordering tweeverdieners en integrale kindcentra voor kinderen van 0 – 12) en het sociale beleid volgens de participatiesamenleving. Dit zie je al snel terug in het soort vrijwilligers dat in de gemeente actief is: alleen degenen die tijd hebben of nemen om naar anderen om te zien. Naar ons idee is dit potentieel te klein om de participatiesamenleving vorm te geven! Hoe ziet het college dit spanningsveld?

 

Perspeciefnota 

Maar na deze beschouwingen dan toch naar de wat meer feitelijke inhoud. Ik wil in het vervolg van deze beschouwingen ingaan op de volgende onderwerpen: Samenlevingsagenda, decentralisaties, gebiedsontwikkelingen, GR-en en financiën.

 

Samenlevingsagenda

De uitvoering van de samenlevingsagenda is wat onze fractie betreft goed gegaan, soms met wat hobbels, maar de communicatie naar de burgers is verbeterd en veel beter dan de gemiddelde gemeente. De vorig jaar geuite bezorgdheid over het goed verwezenlijken van plannen is gelukkig niet bewaarheid. Wel worstelt onze fractie nog steeds met het spanningsveld tussen goede betrokkenheid bij de uitvoering en professionele afstand van raad tot college om niet verantwoordelijk te zijn voor het besturen, maar juist toezicht daarop te houden.

 

Decentralisaties

De uitvoering van de decentralisaties is tot nu toe relatief goed gegaan. De start is geslaagd te noemen, hoewel definitieve cijfers ons niet bekend zijn. Het CAK en SVB doen het helaas wat minder, daar hebben onze burgers last van, maar hier hebben wij geen invloed op. De risico’s zijn echter behoorlijk. Binnen het CJG is meer hulp geboden: dat is positief, maar heeft wel een negatieve invloed op het budget. Het budget voor 2016 lijkt sowieso lager. U houdt rekening met risico’s, maar door vooral onduidelijkheid op landelijk niveau kunnen er nog meer risico’s optreden. Lukt het u om die allemaal het hoofd te bieden?

Wij hopen dat het college meer inzet op versterking van het Jeugdteam. Door eerder problemen op te sporen en af te vangen, hoeven er minder duurdere maatwerkvoorzieningen ingezet te worden. Dit geldt evenzo voor de WMO. 

De JOP’s voorzien wat onze fractie betreft in een behoefte, het begin was rommelig, maar nu graag voortvarend doorgaan met plaatsing, waarbij natuurlijk blijvend aandacht moet zijn voor de omwonenden. 

De SWA wil spin in het web worden binnen de sociale infrastructuur. Dat kan en is nodig. De SWA is een belangrijke partner voor de gemeente. Laat als gemeente echter niet alles los, houd goed toezicht en overzicht!

 

Gebiedsontwikkelingen

Er is afgelopen jaar veel bereikt als het gaat over het opknappen van Alblasserdam. Ik noem het Wilgenplein, De Beukelmanschool, het Zwembad, diverse straten en woningprojecten waar weer gebouwd wordt. Het is goed om te constateren dat de vaart er wat dat betreft weer wat in zit. Ook de komende tijd staat het nodige op stapel zoals de plannen binnen de Centrumvisie. We verwachten begin 2016 de centrumvisie ook daadwerkelijk vast te kunnen stellen, zodat de plannen binnen het centrum meer overzichtelijk kunnen worden opgepakt en ingepast.

 

Gemeenschappelijke regelingen

We gaan steeds meer merken dat het grootste deel van onze verantwoordelijkheden belegd zijn bij GR-en. We worden er aan de ene kant afhankelijker van, aan de andere kant hebben we er minder invloed op. We zijn zeer content met de nieuwe Nota Verbonden Partijen. Ik hoef alle discussies en problemen bij de GR-en hier niet uit en te na op te sommen. Ik noem de Dienst Gezondheid en Jeugd waar het afgelopen jaar veel problemen waren. Hoewel we denken licht aan het einde van de tunnel te zien, zijn we er nog lang niet. Ook daar zal de takendiscussie goed gevoerd moeten worden. 

Over de Veiligheidsregio zegt het college dat ze per 2016 voor 15 % aan minder kosten zal zorgen. Onze fractie is bang dat gezien de grote taakstelling binnen de Veiligheidsregio dit niet het geval zal zijn. Hoe schat het college dat risico in?

Ook de GRD kent haar zorgen, met name in de Trap Af discussie. Laten we als Alblasserdam de druk op de ketel houden om ook daar de van te voren vastgestelde taakstelling zo snel mogelijk te gaan halen. We zijn blij met de vaststelling van het rMJP, een meerjarenprogramma dat structuur en kaders geeft voor de uitvoering door Drechtsteden.

 

Financiën

Het college vraagt om financiële ruimte voor nieuw beleid. Wij zien dat de uitdaging steeds groter wordt om het structureel tekort op te lossen en toch de nullijn in de woonlasten te houden. Voor een gedetailleerd antwoord op deze vraag is een gedetailleerder financieel inzicht nodig en het is lastig om dat nu vanaf deze tafel te doen. Wat voor ons nog onduidelijk is, is de uitkomst van de meicirculaire. Valt deze mee of tegen, vraag ik het college?

 

Onze insteek is dat er kritisch gekeken moet worden naar de takendiscussie. De kaasschaafmethode werkt minder naarmate je hem vaker toepast. Zeker de veelvuldig gehanteerde kaasschaafmethode op buitenruimte laat zich goed voelen in de wijken en het groen en loopt nu tegen grenzen op die onze fractie niet wil overgaan. 

 

Een deel van de financiële ruimte is de afgelopen jaren gevonden in het activeren van investeringen. Dit is positief voor de korte termijn en schept lucht in de begroting. Het zorgt er echter op langere termijn voor dat de vaste kapitaalslasten stijgen. Het blijkt dat voor Alblasserdam deze lasten al relatief hoog zijn. Dat betekent dat er in de toekomst minder geld over zal blijven voor gemeentelijk beleid. Hoe kijkt het college hier tegenaan?

 

Onze fractie wil verder met de Samenlevingsagenda en wil graag geld hiervoor vinden. Aan de andere kant kunnen de nieuwe taken ook wel gewogen worden. Het nieuwe arbeidsmarktbeleid zou bijvoorbeeld binnen de huidige financiële kaders van de sociale portefeuille moeten kunnen vallen.

 

Bij de zoektocht naar geld kijkt het college naar het creëren van meer inkomsten. Dat hoeft niet altijd binnen de gemeente zelf. Ondanks dat wij het werk van de SWA erg belangrijk vinden, vragen we ons af of daar niet meer externe financiering voor te vinden is (via eigen bijdrage klusdienst of liefdadigheidsinstellingen). Feitelijk doet de SWA voor een deel hetzelfde vrijwilligerswerk als bijvoorbeeld de kerken, die niet door de gemeente worden gefinancierd.

 

Burgemeester

Burgemeester, nog een enkel woord aan uw adres. Wij zijn blij dat u vorig jaar de flexibiliteit had om bij te springen in de ontstane vacature van burgemeester van Alblasserdam. U hebt ditwerk in alle rust en wijsheid gedaan en precies dat toegevoegd wat we nodig hadden. Niet teveel op de voorgrond en vooral stimulerend richting raad en college. Wij danken u hiervoor en wensen u persoonlijk en bij alle taken die u hebt, Gods Zegen toe.

Vanaf morgen hopen we een nieuwe burgemeester te verwelkomen, dhr. Paans. Hij pakt zijn taak enthousiast op en wij wensen ook hem Gods Zegen toe om zijn verantwoordelijke ambt binnen de gemeente uit te voeren. Wij nodigen hem van harte uit om ook met ònze achterban een warme band op te bouwen.

 

 

 

 

Slot

Tenslotte voorzitter, ik heb in mijn inleiding de vragen gesteld: Wat is nu echt belangrijk op deze wereld: is dat ons zwoegen en werken? Kan een rijke meer betekenen dan een arme? Is het de wijsheid die verschil maakt? 

De Prediker beantwoordt deze vraag met een raad. Dit is naar onze stellige overtuiging de enige raad die goed is voor ieder persoonlijk en voor onze gemeente als geheel. Hij zegt: Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God en houdt Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen. Of zoals de vertaling luidt in het voornoemde boek: Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: Heb ontzag voor God en leef Zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens.’

 

Vanuit dit besef willen wij als politieke vertegenwoordigers van onze partij politiek bedrijven en vanuit dit besef wensen wij het college en de raad Gods Zegen toe bij haar werkzaamheden in het komende jaar.