10 februari 2015
Bijdrage evaluatie onderzoeksrapport Noordoevers
Voorzitter, op de agenda stond bij dit punt: Raadsinformatiebrief Eindrapport Noordoevers. Een raadsinformatiebrief was echter niet te vinden bij dit agendapunt. Een overzichtelijke en beknopte samenvatting van de dossiers had hierbij goed van pas gekomen. Toch heeft het aan leesvoer niet ontbroken.
Uit de stukken blijkt dat er bij het project Noordoevers en daarbij ook binnen de ROM-D organisatie de nodige zaken zijn misgelopen. Onze fractie heeft op dit moment niet de behoefte om al deze fouten uitvoerig uit te gaan meten, hierover is tenslotte binnen de Drechtraad al voldoende gezegd.
Wel willen wij graag deze bespreking benutten om met elkaar lessen te trekken uit dit project en bijbehorend onderzoek. Duidelijk blijkt uit bijna alle stukken en bijlagen dat de mislukking van project Noordoevers aan 2 zaken te wijten is:
- Taken, bevoegdheden en rollen waren onduidelijk van Drechtraad en Drechtstedenbestuur richting gemeenteraden en colleges
- De informatievoorziening en rapportage vanuit de projectorganisatie waren onvoldoende, niet gestructureerd en niet actief genoeg.
Vanuit deze problematiek zien wij de volgende leerpunten voor college en raad:
- Samenwerking tussen publieke en private partijen moet vooraf gegaan worden door een goede analyse van de verhoudingen tussen investeringen en risico's. De overheid moet niet meer zo naïef zijn om risico's vooral zelf te dragen en winsten mede door anderen te laten opstrijken. Zakelijk inzicht is daarin een eerste vereiste. Blijkbaar hebben de private partijen in deze samenwerking dit beter verstaan dan de publieke, iets wat we ons als gemeente niet meer mogen laten overkomen.
- De verbonden partijen moeten aan de gemeente minimaal jaarlijks een goede rapportage aanleveren van het afgelopen jaar. Deze moet aansluiten op onze P&C cyclus. Ook als aandeelhouder moeten we daarop staan. De weg die het college ingeslagen is met de verbonden partijen heeft onze steun, de verhoudingen, rollen en bevoegdheden moeten echter duidelijker en transparanter worden vastgelegd en gecommuniceerd.
- Binnen Drechtsteden is het soms onduidelijk wat de rol van het Drechtstedenbestuur is en wat van de 6 individuele gemeenten. Dit moet goed gescheiden worden, want alleen dat wat in het rMJP staat, is aan het DSB gedelegeerd. Alle andere onderwerpen zijn van de 6 individuele gemeenten, waarin soms (als tussenoplossing) binnen de Drechtraad overleg gepleegd kan worden. Een heel sprekend voorbeeld hierbij is de aanbeveling uit dit onderzoeksrapport aan het college van Alblasserdam rondom de rapportageafspraken, waarop het college reageert dat zij daar helemaal niet over gaan. Zelfs de onderzoekscommissie heeft hierbij blijkbaar moeite om de juiste bevoegdheden te onderscheiden, laat staan wij als raad. Om verwarring te voorkomen zou dat tot een minimum beperkt moeten worden. De SGP-fractie zou prijs stellen op een overzicht van het college (dat kan nu, omdat het rMJP is vastgesteld) waaronder onderwerp wordt weergegeven wat DSB / Drechtraad is en wat 6 colleges / raden. Aan de wethouder de vraag op welke termijn een dergelijk overzicht te realiseren is?
- Onze fractie vraagt zich ook af of het vehikel ROM-D nog wel het juiste is om ontwikkeling plaats te doen vinden. Winstgevende projecten kan de gemeente zelf ook, verliesgevende projecten of projecten met een groot risico worden toch niet risicodragend ontwikkeld door private partijen, dus hoeven we die niet bij ROM-D te beleggen.
Tenslotte willen wij ook graag benoemen dat het onderzoeksrapport vermeld dat de zakelijke opstelling van college en raad er mede toe heeft bijgedragen dat de kosten en risico’s voor de gemeente Alblasserdam niet buiten de gestelde kaders zijn getreden. Ondanks de grote bedragen die in dit oeverloze project zijn weggevloeid heeft gezond zakelijk verstand hierin een positieve bijdrage geleverd.